Examples of using "Picasso" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zou wel willen Picasso zijn.
- Ik zou graag Picasso zijn.
- Ik zou Picasso willen zijn.
Ik zou Picasso willen zijn.
Ik zou graag een Picasso kopen.
Picasso is een beroemd kunstenaar.
Ik zou willen zijn zoals Picasso.
- Dit is een echt schilderij van Picasso.
- Dit is een echte Picasso.
Ze staat bekend als de Japanse Picasso.