Translation of "Letzten" in Dutch

0.047 sec.

Examples of using "Letzten" in a sentence and their dutch translations:

- Tom kam letzten Montag.
- Tom ist letzten Montag gekommen.

- Tom kwam afgelopen maandag.
- Tom is afgelopen maandag gekomen.

In dieser letzten Zeit

in die laatste tijd,

Es geschah letzten Oktober.

Het gebeurde afgelopen oktober.

Letzten Endes scheiterte ich.

- Uiteindelijk ben ik mislukt.
- Uiteindelijk heb ik gefaald.

- Wart ihr letzten Monat in Amerika?
- Waren Sie letzten Monat in Amerika?
- Warst du letzten Monat in Amerika?

- Was je vorige maand in Amerika?
- Was u vorige maand in Amerika?
- Waren jullie vorige maand in Amerika?

- Er macht alles im letzten Moment.
- Er macht alles auf den letzten Drücker.
- Er tut alles im letzten Augenblick.

Hij doet alles op het laatste moment.

- Sein Bruder ist letzten Monat verschieden.
- Sein Bruder ist letzten Monat gestorben.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

- Sie hat Tom letzten Monat geheiratet.
- Letzten Monat hat sie Tom geheiratet.

- Vorige maand is ze met Tom getrouwd.
- De vorige maand is ze met Tom gehuwd.

- Wart ihr letzten Monat in Amerika?
- Waren Sie letzten Monat in Amerika?

Was u vorige maand in Amerika?

Während eines Tiefpunkts letzten Sommer,

Tijdens een dieptepunt in de voorgaande zomer,

In den letzten paar Jahren

De laatste paar jaar

Ich besuchte Boston letzten Frühling.

Afgelopen lente heb ik Boston bezocht.

Wir haben letzten Montag gegessen.

We hebben afgelopen maandag pizza gegeten.

- Letzten Donnerstag habe ich mein Haus verkauft.
- Ich habe letzten Donnerstag mein Haus verkauft.

Ik heb afgelopen donderdag mijn huis verkocht.

- Ich war letzten Winter Skilaufen in Kanada.
- Ich war letzten Winter in Kanada Ski laufen.
- Letzten Winter war ich in Kanada Ski laufen.
- In Kanada war ich letzten Winter zum Skilaufen.
- Zum Skilaufen war ich letzten Winter in Kanada.

Ik ben afgelopen winter in Canada gaan skiën.

Als eine der letzten zu schlüpfen...

Een van de laatste zijn...

Aber sie hat einen letzten Trick.

Maar ze heeft een laatste truc in petto.

Im Verlauf der letzten paar Jahre

De afgelopen paar jaar

Ich hatte letzten Monat eine Blasenentzündung.

Ik had een blaasontsteking vorige maand

Letzten Monat hat es viel geregnet.

De vorige maand heeft het veel geregend.

Er hat seinen letzten Atemzug getan.

- Hij blies z'n laatste adem uit.
- Hij blies z'n laatste ademtocht uit.

Sein Bruder ist letzten Monat verschieden.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

Ich bin im letzten Monat umgezogen.

- Ik verhuisde een maand geleden.
- Ik ben afgelopen maand verhuisd.

Ich habe den letzten Bus verpasst.

Ik heb de laatste bus gemist.

Sie war letzten Monat in Amerika.

Ze was afgelopen maand in Amerika.

Carol hat letzten Monat Boston besucht.

Carol heeft vorige maand Boston bezocht.

Wer hat den letzten Keks gegessen?

Wie heeft het laatste koekje opgegeten?

Was hast du letzten Sonntag gemacht?

Wat heb je afgelopen zondag gedaan?

Ich bin letzten Montag angeln gegangen.

Ik ben vorige maandag gaan vissen.

Ich war letzten Monat in London.

Ik was vorige maand in Londen.

Sein Bruder ist letzten Monat gestorben.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

Letzten Endes hat es sich gelohnt.

Aan het eind was het het waard.

Tom ist im letzten Jahr verstorben.

Tom is afgelopen jaar overleden.

Ich warne dich zum letzten Mal!

Ik waarschuw je voor de laatste keer.

Wo bist du letzten Sonntag hingegangen?

Waar zijt ge vorige zondag naartoe geweest?

Die letzten Kilometer sind die schwierigsten.

De laatste kilometers zijn de zwaarste.

Letzten Monat hat sie Tom geheiratet.

De vorige maand is ze met Tom gehuwd.

- Letzten Winter fuhr ich zum Skifahren nach Kanada.
- Letzten Winter bin ich in Kanada Ski fahren gegangen.
- Letzten Winter ging ich nach Kanada zum Schilaufen.

De vorige winter ben ik naar Canada gaan skiën.

- Ich habe den letzten Zug gerade noch erreicht.
- Ich habe gerade noch den letzten Zug erwischt.

Ik heb net nog de laatste trein gehaald.

...und nimmt die letzten Lichtstrahlen mit sich.

...en neemt ze de laatste zonnestralen mee.

Ich habe bis zur letzten Minute gewartet.

Ik heb tot de laatste minuut gewacht.

Letzten Sonntag ging ich in den Park.

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

Wie läuft's so in der letzten Zeit?

Hoe gaat het met u de laatste tijd?

Sein älterer Bruder ist letzten Monat gestorben.

Zijn oudere broer is afgelopen maand overleden.

Es lag viel Schnee im letzten Jahr.

- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.

Sie hat ihren Job letzten Monat gekündigt.

Ze heeft afgelopen maand ontslag genomen.

Tom lag letzten Sonntag krank im Bett.

Afgelopen zondag lag Tom ziek op bed.

Tom wartet immer bis zur letzten Minute.

Tom wacht altijd tot de laatste minuut.

Ich war letzten Winter Skilaufen in Kanada.

Ik ben afgelopen winter in Canada gaan skiën.

Letzten Monat ist sie nach Europa gereist.

Ze heeft afgelopen maand een reis naar Europa gemaakt.

Letzten Donnerstag habe ich mein Haus verkauft.

Ik heb afgelopen donderdag mijn huis verkocht.

Der Lift fährt bis zum letzten Geschoß.

De lift gaat tot de laatste verdieping.

Wann haben Sie zum letzten Mal erbrochen?

- Wanneer heb je voor het laatst overgegeven?
- Wanneer hebt u voor het laatst overgegeven?

- Ich habe die letzten 3 Tage nichts gegessen.
- Ich habe die letzten drei Tage lang nichts gegessen.

Ik heb niets gegeten de laatste drie dagen.

- Letzten Winter bin ich in Kanada Ski fahren gegangen.
- Letzten Winter ging ich nach Kanada zum Schilaufen.

De vorige winter ben ik naar Canada gaan skiën.

- Die letzten zehn Jahre seines Lebens waren eine Tortur.
- Die letzten zehn Jahre ihres Lebens waren eine Tortur.

De laatste tien jaar van zijn leven waren een marteling.

Wurde durch eine Eruption im letzten Jahr bestrahlt.

werd vorig jaar bestraald door een zonnevlam.

Mit dem Geld der Auszeichnung der letzten Wissenschaftsmesse.

met geld dat ik had gekregen van vorige wetenschapsprijzen.

Letzten Winter fuhr ich zum Skifahren nach Kanada.

De vorige winter ben ik naar Canada gaan skiën.

Beeil dich, sonst verpasst du den letzten Zug.

Haast u, of ge mist de laatste trein.

Seine ältere Schwester hat im letzten Monat geheiratet.

Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.

Er hat die Sitzung im letzten Augenblick abgesagt.

Op het laatste moment heeft hij de vergadering afgelast.

Ich habe letzten Monat meinen Führerschein erneuern lassen.

Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.

Ich habe gerade noch den letzten Zug erwischt.

Ik heb net nog de laatste trein gehaald.

Sie war letzten Monat in den Vereinigten Staaten.

Ze was afgelopen maand in de Verenigde Staten.

Spiel die letzten zehn Sekunden noch einmal ab.

Speel de laatste 10 seconden nog eens af.

Tom rannte, um den letzten Zug zu erreichen.

Tom liep om de laatste trein te halen.

Tom macht immer alles auf den letzten Drücker.

Tom wacht altijd tot de laatste minuut.