Translation of "Geschah" in Dutch

- Was geschah, ist furchtbar.
- Was geschah, ist schrecklich.

Wat gebeurde was verschrikkelijk.

- Es geschah letzte Woche.
- Es geschah vorige Woche.

Het gebeurde vorige week.

Tagsüber geschah nichts.

Gedurende de dag gebeurde er niets.

- Was geschah dann?
- Was geschah danach?
- Was ist dann geschehen?

- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?

Es geschah letzten Oktober.

Het gebeurde afgelopen oktober.

Plötzlich geschah eine Explosion.

Opeens was er een ontploffing.

Plötzlich geschah etwas Unerwartetes.

Plotseling gebeurde er iets onverwachts.

- Ich sah, wie es geschah.
- Ich habe gesehen, wie es geschah.

- Ik zag het gebeuren.
- Ik heb het zien gebeuren.

Der Unfall geschah am Freitag.

Het ongeluk vond op vrijdag plaats.

Es geschah am 1. Mai.

Dat was op de eerste mei.

Was geschah an der Kreuzung?

Wat is er gebeurd op dat kruispunt?

Ich sah, wie es geschah.

Ik zag het gebeuren.

Was geschah mit deinem Hund?

- Wat is er met je hond gebeurd?
- Wat is er met uw hond gebeurd?
- Wat is er met jullie hond gebeurd?

Ich habe gesehen, wie es geschah.

- Ik zag het gebeuren.
- Ik heb het zien gebeuren.

Es geschah in der Halloween-Nacht.

Het gebeurde op halloweenavond.

- Es geschah einfach.
- Es passierte einfach.

Het gebeurde zomaar.

Der Unfall geschah vor zwei Stunden.

Het ongeval gebeurde twee uur geleden.

Tom weiß nicht, was Mary geschah.

Tom weet niet wat er met Maria gebeurd is.

- Das ist zufällig passiert.
- Es geschah zufällig.

Dit is toevallig gebeurd.

Das geschah nicht, als ich Esperanto lernte.

Dat is niet gebeurd toen ik Esperanto leerde.

- Was ist ihm passiert?
- Was geschah ihm?

Wat is er met hem gebeurd?

Niemand weiß genau, was in jener Winternacht geschah.

Niemand weet precies wat er op die winternacht is gebeurd.

- Plötzlich gab es eine Explosion.
- Plötzlich geschah eine Explosion.

Opeens was er een ontploffing.

- Der Unfall ist vorgestern passiert.
- Der Unfall geschah vorgestern.

- Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
- Het ongeluk vond eergisteren plaats.

Mach sie nicht verantwortlich dafür, was in Boston geschah.

Geef hen niet de schuld voor wat er in Boston gebeurde.

- Dies passierte jeden Herbst.
- Dies geschah jedes Jahr im Herbst.

Dit gebeurde elke herfst.

Wirst du mir je erzählen, was in jener Nacht geschah?

Ga je me ooit vertellen wat er die avond is gebeurd?

- Was ist wirklich passiert?
- Was ist eigentlich passiert?
- Was geschah wirklich?

- Wat is er eigenlijk gebeurd?
- Wat gebeurde er eigenlijk?

- Was geschah mit deinem Hund?
- Was ist aus deinem Hund geworden?

Wat is er van je hond geworden?

- Es ist etwas passiert.
- Es geschah etwas.
- Es ist etwas geschehen.

Er is iets gebeurd.

Wenn etwas in Stein gemeißelt wurde, geschah das nicht ohne Grund.

Wat op de steen staat kan daar niet zonder reden zijn geschreven.

- Es passierte zwischen acht und zehn.
- Es geschah zwischen acht und zehn.

Het gebeurde tussen acht en tien uur.

- Was geschah danach?
- Was ist hinterher passiert?
- Was hat sich dann ereignet?

- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?

- Was geschah danach?
- Was ist hinterher passiert?
- Was hat sich anschließend ereignet?

- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?

- Der Unfall ist vor zwei Stunden passiert.
- Der Unfall geschah vor zwei Stunden.

Het ongeval gebeurde twee uur geleden.

Doch es geschah bei Tag, als der Meeresbiologe Richard Fitzpatrick bei seiner Arbeit einem wütenden Seeigel zum Opfer fiel.

Maar het was tijdens de dag, terwijl hij aan het werk was... ...dat marinebioloog Richard Fitzpatrick ten prooi viel aan een boze zee-egel.

- Das ist passiert, bevor ich deinen Brief gekriegt habe.
- Das geschah, bevor ich Ihren Brief erhielt.
- Das passierte, bevor ich euren Brief bekam.

- Dat is gebeurd voordat uw brief aankwam.
- Dit gebeurde voor de ontvangst van je brief.