Examples of using "Kunde" in a sentence and their dutch translations:
De klant heeft altijd gelijk.
Verspreid het woord!
De klant heeft altijd gelijk.
- Klant is koning.
- De klant is koning.
Ik ben maar een klant.
- U bent een goede klant.
- Jij bent een goede klant.
De klant is juist aangekomen en wacht in de kamer hiernaast.
Hij is een stamgast in de barren en kroegen hier.
Heb je enig goed nieuws?