Translation of "König" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "König" in a sentence and their dutch translations:

„König Arthur“.

'koning Arthur'.

König Hrolf ist der dänische König Arthur.

King Hrolf is de Deense koning Arthur.

König Joseph zu sorgen ."

koning Jozef."

Lange lebe der König!

Lang leve de koning!

Der Kunde ist König.

- Klant is koning.
- De klant is koning.

Nieder mit dem König!

Neer met de koning!

Du bist mein König.

Jij bent mijn koning.

Ich bin dein König.

- Ik ben jouw koning.
- Ik ben uw koning.
- Ik ben jullie koning.

Ich bin euer König.

- Ik ben jouw koningin.
- Ik ben uw koningin.
- Ik ben jullie koningin.
- Ik ben jullie koning.

Er ist mein König.

Hij is mijn koning.

- Der König missbrauchte seine Macht.
- Der König hat seine Macht missbraucht.

De koning maakte misbruik van zijn macht.

- Der König von Frankreich ist kahl.
- Der König von Frankreich hat eine Glatze.
- Der König von Frankreich ist kahlköpfig.

De koning van Frankrijk is kaal.

Der König regierte das Land.

De koning bestuurde het land.

Er war ein guter König.

Hij was een goede koning.

Der alte König dankte ab.

De oude koning deed afstand van de troon.

Ragnars Witz war auf König Ella und Vöggrs Witz ist auf König Hjorvard.

Ragnars grap ging over koning Ella en Vöggr's grap ging over koning Hjorvard.

- Der König von Frankreich ist kahl.
- Der König von Frankreich hat eine Glatze.

De koning van Frankrijk is kaal.

Eindringling, König von England zu werden.

indringer om koning van Engeland te worden.

Der König befahl, den Gefangenen freizulassen.

De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.

Die Königin stand neben dem König.

De koningin stond naast de koning.

Er war mehr als ein König.

Hij was meer dan een koning.

Unter Blinden ist der Einäugige König.

In het land der blinden is éénoog koning.

Er ist glücklich wie ein König.

Hij is zo blij als een koning.

Welcher König hat Neuschwanstein bauen lassen?

Welke koning heeft Neuschwanstein laten bouwen?

Lange Zeit galt die Geschichte von König Hrolf eher als die Geschichte von König Arthur,

Het verhaal van koning Hrolf werd lange tijd beschouwd als het verhaal van koning Arthur,

- Der König ist heute Morgen jagen gegangen.
- Der König ging an diesem Morgen zur Jagd.

De koning is vanmorgen gaan jagen.

König Hrolfs Geschichte endet natürlich wie die von König Arthur mit einer großen Schlacht, in der

Het verhaal van koning Hrolf eindigt, net als dat van koning Arthur, natuurlijk met een grote veldslag waarin

- Der König herrschte vierzig Jahre über sein Volk.
- Der König hat vierzig Jahre sein Volk regiert.

De koning regeerde veertig jaar over zijn volk.

Ostanglien und Northumbria und töteten König Ella.

Anglia en Northumbria raasde en koning Ella doodde.

Der Adler ist der König der Vögel.

De adelaar is de koning van de vogels.

Der Löwe wird König der Tiere genannt.

De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.

Der Löwe ist der König der Tiere.

De leeuw is de koning van de dieren.

Der Löwe ist der König des Dschungels.

De leeuw is de koning van het oerwoud.

Selbst eine Katze darf den König anschauen.

Zelfs een kat mag naar de koning kijken.

„Der Staat bin ich!“ sagte der König.

„De staat, dat ben ik!” zei de koning.

Unter den Blinden ist der Einäugige König.

In het land der blinden is éénoog koning.

Der König fürchtet sich vor einem Aufstand.

De koning vreest een opstand.

Der König neigte zu Schwermut und Langerweile.

- De koning neigde naar zwaarmoedigheid en verveling.
- De koning had last van zwaarmoedigheid en verveling.

, sich selbst zum König von Portugal zu krönen.

zichzelf tot koning van Portugal te kronen.

In jenem Lande lebte einst ein weiser König.

Lang geleden leefde er een wijze koning in dat land.

Er tut so, als wäre er ein König.

Hij doet alsof hij een koning was.

Es war einmal ein böser König in England.

Er was eens een slechte koning in Engeland.

Der König herrschte vierzig Jahre über sein Volk.

De koning regeerde veertig jaar over zijn volk.

Prinz Charles kann der nächste britische König werden.

Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.

Im Land der Blinden ist der Einäugige König.

In het land der blinden is éénoog koning.

Man nennt den Löwen den König der Tiere.

De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.

-Was? -Für wen hältst du dich? Den mongolischen König?

Wat? -Wie denk je dat je bent? De Mongoolse koning?

Jetzt wurde er vor den neuen König Hjorvard gezogen…

Nu werd hij voor de nieuwe koning, Hjorvard, getrokken….

Ein gefürchteter Wikinger gewesen, bevor er christlicher König wurde.

een gevreesde Viking geweest voordat hij een christelijke koning werd.

Der erste ungarische König wurde im Jahr tausend gekrönt.

De eerste Hongaarse koning werd in het jaar duizend gekroond.

Wenn ich groß bin, will ich ein König sein.

Als ik later groot ben, wil ik koning worden.

Harald II. war der letzte angelsächsische König von England.

Harold II was de laatste Angelsaksische koning van Engeland.

In Notzeiten machen wir sogar einen Esel zum König.

In tijden van nood maken we zelfs een ezel de koning.

Der König war, würde man heute sagen, ein Psychopath.

De koning was wat je tegenwoordig een psychopaat zou noemen.

Aber die Chancen standen gegen König Olaf und seine Männer.

Maar de kansen waren gestapeld tegen koning Olaf en zijn mannen.

Dieses Buch handelt von einem König, der seine Krone verliert.

Dit boek gaat over een koning die zijn kroon verliest.

Ich vergifte den König, wenn du mir eine Belohnung gibst.

Ik vergiftig de koning als je me een beloning geeft.

Dieses Buch handelt von einem König, der seine Krone verlor.

Het boek gaat over de koning die zijn kroon verloor.

Die Schachfiguren sind Bauer, Springer, Läufer, Turm, Dame und König.

De schaakstukken zijn: pion, paard, loper, toren, koningin en koning.

Als er vor dem Tod stand, rief Ragnar dem König zu…

Toen hij de dood onder ogen zag , riep Ragnar naar de koning ...