Examples of using "Kleidern" in a sentence and their dutch translations:
Je ziet er goed uit in die kleren.
Tom is met zijn kleren aan in slaap gevallen.
Je ziet er goed uit in die kleren.
- Ik schaamde me om in oude kleren uit te gaan.
- Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.
Ik draag mijn badpak onder mijn kleren.