Examples of using "Kissen" in a sentence and their dutch translations:
Ook kussens vliegen soms.
Ik heb ook een kussen nodig.
Kan ik een kussen krijgen?
Tom heeft een Pikachu-kussen.
Ze slaapt met twee kussens.
Ik heb jouw kussen geleend.
Hij legde zijn hoofd op het kussen.
Ik ben vergeten een hoofdkussen te kopen.
Tom besloot om zonder kussen proberen te slapen.
Als je het bed opmaakt, vergeet dan niet de kussens op te schudden.