Translation of "Hilfst" in Dutch

Hilfst du mir bitte?

Zoudt ge mij willen helpen?

Hilfst du mir denn?

- Wil je me dan helpen?
- Wilt u me dan helpen?
- Willen jullie me dan helpen?

Warum hilfst du Tom nicht?

Waarom help je Tom niet?

Taro, hilfst du mir mal?

Taro, kun je mij helpen?

- Du hilfst nicht.
- Ihr helft nicht.

Jullie helpen niet.

- Hilfst du mir, das hier zu übersetzen?
- Hilfst du mir dabei, das hier zu übersetzen?

- Help je me dit te vertalen?
- Wil je me helpen dit te vertalen?

Hilfst du mir, meine Schlüssel zu suchen?

Helpt ge mij mijn sleutels te zoeken?

Maria, warum hilfst du deinem Bruder nicht?

- Mary, waarom help je jouw broer niet?
- Mary, waarom help je je broer niet?

- Hilfst du ihm?
- Helft ihr ihm?
- Helfen Sie ihm?

Helpt u hem?

Wenn du ihm nicht hilfst, schafft er es nicht.

Als je hem niet helpt, lukt het hem niet.

Ich will das Buch übersetzen. Hilfst du mir bei dieser Arbeit?

Ik wil het boek vertalen. Wil je me helpen met dit werk?

- Hilfst du mir denn?
- Helft ihr mir denn?
- Helfen Sie mir denn?

- Ga je me helpen?
- Help je me even?

- Ich möchte, dass du Tom hilfst.
- Ich möchte, dass ihr Tom helft.
- Ich möchte, dass Sie Tom helfen.

- Ik zou graag hebben dat jullie Tom helpen.
- Ik zou graag hebben dat je Tom helpt.
- Ik zou graag hebben dat u Tom helpt.