Examples of using "Gewöhnen" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet mij daar nog aan wennen.
- Ik moet dat nog gewoon worden.
- Ik moet mij daar nog aan wennen.
Je zal binnenkort gewend zijn aan Japans voedsel.
Maar ik raak er wel aan gewend weer blond te zijn.
Ze zullen er heel snel aan wennen alleen te wonen.
Heb geen angst. Je gaat de woorden in het Portugees gewoon worden en vloeiend spreken.