Examples of using "Frustriert" in a sentence and their dutch translations:
Ze frustreert iedereen.
Ik was gefrustreerd.
- Ze raakten gefrustreerd.
- Ze zijn gefrustreerd geraakt.
Je voelt je gefrustreerd en ontevreden,
- Ik was gefrustreerd.
- Ik was gedwarsboomd.
Tom en Maria zeiden tegen Johannes dat ze gefrustreerd zijn.
Hij was verder gefrustreerd in 1805, toen zijn korps werd gestuurd om de strategische zuidflank van