Examples of using "Johannes" in a sentence and their dutch translations:
Ben jij John?
Tom dacht dat Mary John kende.
De hand van Jan is rein.
John heeft vijf appels.
Jan houdt van schaken.
De naam van de broer van Tom is John.
John is ouder dan Robert.
Hij heet Tom, niet John.
John en Mary hielden van elkaar.
Tom dacht dat Mary John kende.
John is slimmer dan Bill.
Jon kan geen gitaar spelen.
Tom was vroeger de kamergenoot van Johan.
Bij Johannes komt liegen helemaal niet in aanmerking.
Jan stond alleen, met de armen gekruist.
Tom wist dat Maria John bedreigd had.
Tom en Mary waren op de begrafenis van John.
Tom en Maria besloten Jan te volgen.
Tom en Maria zijn allebei ouder dan Johan.
Maria vertelde Tom dat ze denkt dat John achterdochtig is.
Tom is de tweelingsbroer van John.
Tom probeerde Maria ertoe te brengen, John te helpen.
Ik ga mijn horloge laten repareren bij Johan.
Tom en Maria zeiden tegen Johannes dat ze gefrustreerd zijn.
Met wie zou je uit willen gaan? Met Tom of met John?
John zal een goede echtgenoot en vader zijn.
- Tom en Maria kochten John een fiets voor de kerst.
- Tom en Maria hebben John een fiets gekocht voor de kerst.
Tom en Maria zeiden tegen Johannes, dat ze niet geloofden dat Elke in Boston was.
Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.
- Tom en Maria zeiden dat ze dat voor John zouden willen doen.
- Tom en Maria hebben gezegd dat ze dat voor John zouden willen doen.
Jean is de grootste van beiden.
Tom en Maria hebben de hele nacht met Johannes en Elke gepraat,
Tom vroeg Mary of zij wist wanneer John geacht werd er te zijn.
Tom is niet degene die Mary heeft overtuigd om John auto te leren rijden.
Hallo John! Hoe gaat het?
- Tom bood Maria en Jan wat friet aan.
- Tomo gaf Manjo en Johano een paar frietjes.
Jon kan geen gitaar spelen.
Tom en Maria zeiden dat ze niet wisten dat Johan dat zou moeten doen.
John heeft vijf appels. Hij geeft er één aan Maria. Hoeveel peren zitten er nog in de zak?
"Wie zal het Tom vertellen?" - "De keuze viel op John." - "Ik benijd hem niet om die opdracht."
Tom en Maria meldden Johan dat ze niet dachten dat Elke daar klaar voor was.
Waarom heb je niet de moed toe te geven dat je een fout hebt gemaakt, Tom? Johannes kon het.
Johannes-Paulus II was de eerste paus, die zijn Paaszegen ook in Esperanto uitsprak, namelijk op 3 april 1994; de Kerstwens van dat jaar was eveneens in Esperanto. Hij ging daarmee verder in de volgende jaren en zijn opvolger deed dat ook.