Translation of "Betrat" in Dutch

- Er betrat das Zimmer.
- Er betrat den Raum.

- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.

Mayuko betrat den Raum.

Mayuko kwam de kamer binnen.

Sie betrat ihr Zimmer.

- Ze ging haar kamer in.
- Ze is haar kamer in gegaan.

Er betrat das Zimmer.

- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.

Er betrat ihr Zimmer.

Hij ging zijn kamer binnen.

Er betrat meinen Raum.

Hij stapte in mijn ruimte.

Sami betrat die Moschee.

Sami ging de moskee binnen.

- Nie wieder betrat sie das Haus.
- Niemals wieder betrat sie das Haus.

Ze kwam nooit meer het huis naar binnen.

Ein Fremder betrat das Gebäude.

Een vreemdeling betrad het gebouw.

Tom betrat nervös den Raum.

Tom ging zenuwachtig de kamer binnen.

Er betrat mein Zimmer ohne Erlaubnis.

Hij is zonder toelating mijn kamer binnengegaan.

Tom betrat das Zimmer als erster.

Tom was de eerste om de kamer te betreden.

Als letzte betrat Maria das Zimmer.

Maria kwam als laatste de kamer binnen.

- Als sie die Küche betrat, war niemand da.
- Niemand war dort, als sie die Küche betrat.

Toen ze de keuken binnenliep, was er niemand.

Er betrat den Raum mit abgenommenem Hut.

Hij ging de kamer in met zijn hoed af.

- Das Mädchen betrat das Zimmer.
- Das kleine Mädchen betrat das Zimmer.
- Das kleine Mädchen hat das Zimmer betreten.

Het kleine meisje kwam de kamer binnen.

Als sie das Zimmer betrat, stand er auf.

Toen ze de kamer binnen kwam, stond hij op.

Er verließ das Schlafzimmer und betrat das Wohnzimmer.

Hij verliet de slaapkamer en ging de woonkamer binnen.

Sie betrat die Bank und wechselte das Geld.

Ze ging de bank binnen en wisselde het geld.

Als ich das Zimmer betrat, hat sie Klavier gespielt.

Toen ik de kamer binnenkwam was ze piano aan het spelen.

Doch als ich den Hörsaal betrat, erschien dieser kahl und dunkel.

Maar toen ik er kwam, leek de collegezaal wel een donkere grot.

Er atmete tief durch, bevor er das Büro seines Vorgesetzten betrat.

Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.

Als ich den Raum betrat, traf ich sie beim Klavierspielen an.

Toen ik de kamer binnenkwam was ze piano aan het spelen.

- Tom hat als Erster den Raum betreten.
- Tom betrat das Zimmer als erster.

- Tom was de eerste om de kamer te betreden.
- Tom kwam als eerste de kamer binnen.

- Das kleine Mädchen betrat das Zimmer.
- Das kleine Mädchen hat das Zimmer betreten.

Het kleine meisje kwam de kamer binnen.

- Er kam in das Zimmer.
- Er betrat das Zimmer.
- Er hat das Zimmer betreten.

- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.

Als das Mädchen den Raum betrat, machten sich einige Jungen wegen ihres kleinen Huts über sie lustig.

Toen het meisje de kamer binnen kwam, lachten enkele jongens haar uit om haar klein hoedje.

"Darin würde ich wie ein echter James Bond aussehen", sagte Dima zu sich, und betrat den Laden.

"Daarin zou ik er als een echte James Bond uitzien," zei Dima tegen zichzelf, en ging toen de winkel binnen.

- Ich ging ins Café.
- Ich betrat das Café.
- Ich bin ins Kaffeehaus gegangen.
- Ich habe das Café betreten.

Ik ging het koffiehuis binnen.

- Ich ging in die neue Geschäftsstelle.
- Ich betrat die neue Geschäftsstelle.
- Ich bin in das neue Büro gegangen.
- Ich habe das neue Büro betreten.

Ik ging binnen in het nieuwe kantoor.