Translation of "Bestimmt" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Bestimmt" in a sentence and their dutch translations:

Er kommt bestimmt.

- Hij komt zonder twijfel.
- Ik weet zeker dat hij komt.

Und Präsentation bestimmt.

en presentatie.

Das macht bestimmt Spaß.

Het zal leuk kunnen zijn.

Wir sind füreinander bestimmt.

Wij zijn voor elkaar bestemd.

Du magst bestimmt Englisch.

Je houdt zeker van Engels.

Er wird bestimmt kommen.

- Hij komt zonder twijfel.
- Hij zal zeker komen.

Er kommt bestimmt nicht.

Hij komt zeker niet.

Er wird bestimmt bestraft.

Hij wordt zeker gestraft.

Du bist bestimmt müde.

Je bent vast moe.

Tom hilft dir bestimmt.

Ik ben er zeker van dat Tom je zal helpen.

Bill wird bestimmt gewinnen.

Bill zal zeker winnen.

Sie ist bestimmt sehr beschäftigt.

Ze is zeker druk bezig.

Sie sind bestimmt sehr beschäftigt.

Ik ben er zeker van dat je het erg druk hebt.

Mama wird bestimmt wütend sein!

Mama zal zeker razend zijn.

Dein Plan wird bestimmt gelingen.

Uw plan zal zeker lukken.

Du warst für mich bestimmt.

- Je was voor mij bestemd.
- Je bent voor mij bestemd.

Das war bestimmt ein Zufall.

Dat was beslist een toeval.

Wir werden Tom bestimmt wiedersehen.

Ik weet zeker dat we Tom terug zullen zien.

Er hat die Prüfung bestimmt bestanden.

Het is zeker dat hij geslaagd is in het examen.

Das mache ich ganz bestimmt nicht!

Dat ga ik echt niet doen.

Er wird bestimmt ein guter Arzt.

Hij wordt een goede dokter.

Tom wird bestimmt nichts dagegen haben.

Ik weet zeker dat Tom het niet erg vindt.

Tom wird bestimmt begeistert davon sein.

- Ik ben er zeker van dat Tom het geweldig zal vinden.
- Ik ben er zeker van dat Tom ervan zal houden.
- Ik ben er zeker van dat Tom er dol op zal zijn.

Das Fenster hat bestimmt Tom eingeschlagen.

- Volgens mij heeft Tom het venster vast stukgemaakt.
- Ik denk dat het Tom was die het raam heeft gebroken.

Du hast es bestimmt gut gemeint.

Ik ben er zeker van dat je het goed bedoelde.

Nächste Woche wird Tom bestimmt gewinnen.

Tom zal waarschijnlijk volgende week winnen.

Der Nachtisch wird dir bestimmt schmecken.

Ik denk dat het toetje je wel zal bevallen.

Vater kommt bestimmt gegen sieben zurück.

Vader zal zeker om zeven uur terugkomen.

Tom wird ganz bestimmt nicht entlassen.

- Tom wordt zeker niet ontslagen.
- Tom zal zeker niet ontslagen worden.

- Dieses Dokument ist nur für deine Augen bestimmt.
- Dieses Dokument ist nur für Ihre Augen bestimmt.

Dit document is alleen voor jou bestemd.

Mama und Papa werden bestimmt nicht böse.

Mama en papa worden vast niet boos.

Kannst du auch ganz bestimmt nicht hierbleiben?

Weet je zeker dat je hier niet kunt blijven?

Das wird heute bestimmt ein langer Tag.

Het ziet ernaar uit dat het vandaag een lange dag wordt.

Ohne Wasser würden wir bestimmt sofort sterben.

Zonder water zouden we zeker onmiddellijk sterven.

- Tom hat die Botschaft bestimmt verstanden.
- Das ist bei Tom bestimmt angekommen.
- Tom hat das sicherlich begriffen.

- Tom heeft de boodschap zeker begrepen.
- Tom heeft het bericht zeker ontvangen.
- Tom heeft het zeker begrepen.

Die bestimmt, ob wir glücklich oder unglücklich sind.

dat bepaalt of we gelukkig zijn of niet.

Sie bestimmt die Gezeiten seit Milliarden von Jahren.

Hij creëert getijden die al miljarden jaren voor eb en vloed zorgen.

Er wird bestimmt mehrere Wochen in Tokyo bleiben.

Hij zal zeker enkele weken in Tokio blijven.

- Er wird bestimmt kommen.
- Er wird sicher kommen.

- Hij komt zonder twijfel.
- Hij zal zeker komen.

Tom und Maria sind sich dessen bestimmt bewusst.

Tom en Maria zijn zich hiervan zeker bewust.

Tom hat das bestimmt aus gutem Grunde getan.

- Tom had waarschijnlijk een goede reden om dat te doen.
- Tom heeft dat zeker om goede redenen gedaan.

Mit etwas Pfeffer und Salz schmeckt es bestimmt besser.

Met wat peper en zout smaakt het beslist beter.

Er könnte bestimmt jede Frau haben, die er wollte.

Hij kan beslist iedere vrouw die hij wil krijgen.

Aber was, wenn etwas Anderes die Länge der Erdentage bestimmt?

Maar wat als er iets anders de lengte van de Aardedag bepaalde?

- Bill wird bestimmt gewinnen.
- Bill wird wohl gewinnen, nicht wahr?

Bill gaat winnen, nietwaar?

- Sie sind bestimmt sehr beschäftigt.
- Du bist sicher sehr beschäftigt.

- Ik ben er zeker van dat je het erg druk hebt.
- Ik ben er zeker van dat jullie het erg druk hebben.
- Ik ben er zeker van dat u het erg druk heeft.
- Ik weet zeker dat je het erg druk hebt.

Der Wert eines Geschenks wird nicht durch den Preis bestimmt.

De waarde van een geschenk wordt niet bepaald door de prijs.

Er ist noch nicht gekommen. Er hat bestimmt den Bus verpasst.

- Hij is er nog niet. Hij heeft vast de bus gemist.
- Hij is nog niet aangekomen. Hij heeft vast de bus gemist.

Nicht die materielle Seite bestimmt unser Leben, sondern die spirituelle Seite.

Het materiële bepaalt niet ons leven, maar het spirituele.

Tom und Maria kämen bestimmt eher, wenn du sie darum bätest.

Tom en Maria zouden zeker eerder gekomen zijn als je hen erom had gevraagd.

Und die Funktionen werden teilweise durch die Bahnen bestimmt, die sie nehmen.

En deze functies worden deels bepaald door de banen die ze volgen.

Aber bestimmt schon mal gegessen haben, wenn Sie Fischstäbchen oder Surimi mögen.

maar misschien kennen jullie hem in de vorm van vissticks of surimi.

Meine frühere Englischlehrerin dreht sich nun ganz bestimmt in ihrem Grab um.

Mijn vroegere lerares Engels draait zich nu zeker weten om in haar graf.

- Er wird bestimmt ein guter Lehrer.
- Er wird ein guter Lehrer sein.

Hij wordt een goede leraar.

Doch ihm ist kein friedliches Ende bestimmt. Hier unten lauert ein nachtaktiver Killer.

Maar zijn lot is geen vredig einde. Er is een nachtelijke moordenaar aanwezig.

- Ich bin sicher, dass Tom nicht dagegen ist.
- Tom wird bestimmt nichts dagegen haben.

Ik weet zeker dat Tom het niet erg vindt.

- Sie sind bestimmt sehr beschäftigt.
- Ich bin mir sicher, dass sie sehr beschäftigt ist.

Ik ben er zeker van dat u het erg druk heeft.

- Ihr habt bestimmt recht.
- Ich bin sicher, dass Sie Recht haben.
- Ihr habt sicher recht.

Ik ben zeker dat je gelijk hebt.

- Ich bin sicher, dass du Recht hast.
- Ihr habt bestimmt recht.
- Ich bin sicher, dass Sie Recht haben.

Ik ben zeker dat je gelijk hebt.

- Du bist müde, nicht wahr?
- Du bist bestimmt müde.
- Sie sind müde, oder?
- Ihr seid müde, oder?
- Sie sind müde, nicht wahr?

- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?