Translation of "Aufräumen" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Aufräumen" in a sentence and their dutch translations:

Er musste sein Zimmer aufräumen.

Hij moest zijn kamer opruimen.

Ich muss mein Zimmer aufräumen.

Ik moet mijn kamer opruimen.

Du musst lediglich das Zimmer aufräumen.

Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.

Ich kann mein Zimmer nicht aufräumen. Ich habe keine Zeit.

Ik kan mijn kamer niet opruimen. Ik heb geen tijd.