Translation of "Angreifen" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Angreifen" in a sentence and their dutch translations:

Wir werden angreifen.

We zullen aanvallen.

Wird Israel den Iran angreifen?

Zal Israël Iran aanvallen?

Wird der Iran Israel angreifen?

Zal Iran Israël aanvallen?

Es könnte uns jederzeit angreifen.

Het kan ons elk ogenblik aanvallen.

Das Angreifen anderer Menschen, rituelle Massenmorde,

andere mensen aanvallen, rituele moorden plegen,

Ich will hier nicht die Pharmaindustrie angreifen.

Dit gaat niet over het slecht maken van de medische industrie.

Wenn du Bestechungsgelder zahlst, werden die Zeitungen dich angreifen.

- Als je steekpenningen betaalt, zullen de kranten je aanvallen.
- Als je smeergeld betaalt, zullen de kranten je aanvallen.

Er kam mit einem Schild, falls es ihn angreifen würde.

Gaat erop af met een schild... ...voor het geval dat hij aanvalt.

Wenn sie ihren Kopf eingerollt so zurückzieht, ist sie angespannt, kann nach vorne schnellen und angreifen.

Met hun kop achteruit en lichaam opgerold... ...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.