Examples of using "Aids" in a sentence and their dutch translations:
Aids betekent "verworven immunodeficiëntiesyndroom".
Hij is besmet met aids.
Hij werkt in de aids-research.
De verspreiding van het aidsvirus gaat alsmaar sneller.
Op het congres waaraan honderden tandartsen deelnamen, vormde de angst voor aids een belangrijk discussiethema.