Examples of using "überfahren" in a sentence and their dutch translations:
De oude vrouw werd bijna overreden.
Ik werd bijna overreden door een auto.
De hond werd geraakt door een auto.
Toms hond werd overreden door een vrachtwagen.
Kijk uit! De auto had je bijna omver gereden.
Ze werd bijna overreden door een vrachtwagen.
De oude man werd door een auto overreden.
De oude man werd overreden en onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht.
Ik werd bijna door een auto overreden.
Toms hond werd overreden door een vrachtwagen.
Hij was bijna door een auto aangereden.
Ik werd bijna door een auto overreden.