Examples of using "übel" in a sentence and their dutch translations:
- Ze ruikt slecht.
- Zij ruikt slecht.
- Ze stinkt.
- Zij stinkt.
- Ze ruiken slecht.
- Zij ruiken slecht.
- Ze stinken.
- Zij stinken.
- Lang niet gek gedaan.
- Niet slecht.
- Dat viel mee.
- Dat viel wel mee.
Hij stinkt.
- Ik voelde mij er niet door gekrenkt.
- Het stoorde mij niet.
- Vechten is slecht.
- Ruzie is slecht.
- Oorlog is slecht.
Ik neem het je niet kwalijk.
Ik voel me ziek.
Sinaasappels en mandarijnen maken me onpasselijk.
- Het stinkt.
- Het ruikt slecht.
Dit loopt niet goed af.
Ik voel me duizelig.
Dat viel mee.
Ik voel me ziek.
...de zesde persoon die werd aangevallen in een belegering van 10 uur.
Hij was zwaar gewond.
Maar - sorry, papa - als kind haatte ik hem hiervoor.
Mensen zijn gekwetst als je zegt dat politieke daden... ...boven wetsbesluiten staan.
Tom heeft een slechte reputatie.
Wanneer ik bloed zie, voel ik me slecht.
Ik verwijt u dat niet.
Dit loopt niet goed af.
Of je het nu leuk vindt of niet, je moet gaan.
Want een mens die in tijden van aarzeling zijn verstand laat wankelen, vergroot het kwaad en verspreidt het verder en verder; maar wie onwankelbaar is in zijn verstand, die vormt de wereld.