Translation of "Venais" in Dutch

Je venais.

Ik kwam.

Que je venais juste d'épouser.

Ik was net gehuwd.

Je venais d'obtenir mon diplôme universitaire

Ik was net afgestudeerd

Je venais de passer 10 ans à travailler sans relâche,

Ik had de afgelopen 10 jaar non-stop gewerkt

Si je venais à mourir, qui s'occuperait de mes enfants ?

Als ik zou overlijden, wie zou er dan voor mijn kinderen zorgen?

Je me sentirais très seul si tu venais à disparaître.

Als je weggaat, zal ik je heel erg missen.

- Je ne pensais pas que vous veniez.
- Je ne pensais pas que tu venais.

Ik had niet gedacht dat je zou komen.

- Je ne pensais pas que tu viendrais.
- Je ne pensais pas que tu venais.

- Ik dacht niet dat je ging komen.
- Ik had niet gedacht dat je zou komen.