Examples of using "Pensais" in a sentence and their dutch translations:
Ik dacht dat ik u hoorde.
Ik dacht dat ik u daar zou vinden.
Ik dacht hetzelfde.
Ik dacht dat ge blij zoudt zijn.
Ik dacht al dat ik hen kende.
Ik dacht dat ik een geest zag.
Het is erger dan ik dacht.
- Ik dacht jouw stem gehoord te hebben.
- Ik dacht uw stem gehoord te hebben.
Ik dacht dat we uit eten zouden gaan.
Ik dacht dat Tom sliep.
Ik dacht dat hij onschuldig was.
Ik dacht dat ik een geest zag.
Ik meende je te horen binnenkomen.
Dat dacht ik dus ook.
Ik dacht hetzelfde.
Eerst dacht ik dat hij je broer was.
Ik dacht dat ik altijd alleen zou zijn.
Ik dacht dat ik hier veilig zou zijn.
Ik had niet gedacht dat je zou komen.
- Ik dacht niet dat je ging komen.
- Ik had niet gedacht dat je zou komen.
Ik had niet gedacht dat je zou komen.
het zou wel goed zou komen, dacht ik.
Ik wist het wel.
Dat is precies wat ik dacht.
Ik geloofde dat hij zijn belofte zou houden.
Ik dacht dat ik je begreep.
Ik dacht dat het mijn werk was.
Ik dacht dat Tom verdwaald was.
Ik dacht dat we zouden sterven.
Dat dacht ik ook.
Ik dacht dat hij mijn broer was.
Ik dacht dat Tom wel honger zou hebben.
Ik dacht dat je gewond was.
Ik dacht dat het allemaal Canadezen waren.
Ik dacht dat hij niet zou komen.
Ik dacht uw stem gehoord te hebben.
Ik dacht dat je met ons mee wilde gaan.
Ik dacht net aan een nieuwe baan.
Ik verwachtte je om 11 uur.
Ik dacht dat Tom één van hen was.
Ik dacht dat ik iets had laten vallen.
Dat is anders dan wat ik dacht.
Ik dacht dat je een Canadees was.
Ik dacht hetzelfde, toen ik jong was.
Ik dacht wel dat je dat zou zeggen.
Eerst dacht ik dat hij je broer was.
- Ik dacht dat je wilde dat ik je hielp.
- Ik dacht dat u wilde dat ik u hielp.
- Ik dacht dat jullie wilden dat ik jullie hielp.
- Ik dacht dat je graag nieuwe dingen zou leren.
- Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.
- Ik dacht dat je graag nieuwe dingen zou leren.
- Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.
Ik dacht, "Kom op, man! Ik probeer nieuwe metaforen uit te vinden!
Het enige wat ik kon zeggen was:
En deze gedachte drong zich op:
Ik dacht niet dat je het ging halen.
Ik dacht niet dat het zo veel zou zijn.
Al werkend dacht ik aan iets anders.
Dat kost meer dan ik dacht.
Voor mij was het vanzelfsprekend dat zij zou komen.
Ik dacht dat ik hier veilig zou zijn.
Dacht je echt dat ik met je zou dansen?
Ik dacht dat je met ons mee wilde gaan.
Ik dacht dat we aan dezelfde kant stonden.
- Ik dacht dat u gewond was.
- Ik dacht dat je gewond was.
- Ik dacht dat u een grapje maakte.
- Ik dacht dat je een grapje maakte.
En ik sprak in het Frans, ik dacht in het Frans
Deze sneeuw is dieper dan ik dacht.
dacht ik dat er iets mis was met me.
Ik dacht dat dit voorbij was. Ze was weg.
Ik dacht dat dat boek moeilijk te lezen was.
De situatie is erger dan ik dacht.
Ik dacht dat we samen zouden ontbijten.
- De man van wie ik dacht dat hij mijn vriend was, bedroog me.
- De man die ik als mijn vriend beschouwde, bedroog me.
Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.
Ik heb iets gevonden waarvan ik dacht dat ik het verloren had.
Ik dacht dat mijn ogen mij bedrogen.