1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Vaccin

Translation of "Vaccin" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Vaccin" in a sentence and their dutch translations:

- Avez-vous reçu votre vaccin contre la grippe saisonnière ?
- As-tu reçu ton vaccin contre la grippe saisonnière ?

- Heeft u dit jaar uw griepprik gekregen?
- Heb je dit jaar je griepprik gekregen?

- Avez-vous déjà reçu un vaccin contre la Covid-19 ?
- As-tu déjà reçu un vaccin contre la Covid-19 ?

- Hebt u al een COVID-19-vaccin gekregen?
- Heb je al een COVID-19-vaccin gekregen?

- Si le vaccin contre la Covid-19 était disponible, souhaiteriez-vous le recevoir ?
- Si le vaccin contre la Covid-19 était disponible, souhaiterais-tu le recevoir ?

- Als het COVID-19-vaccin beschikbaar was, zou u het dan willen krijgen?
- Als het COVID-19-vaccin beschikbaar was, zou je het dan willen krijgen?
- Als het COVID-19-vaccin beschikbaar was, zouden jullie het dan willen krijgen?

Un vaccin contre la grippe contient des anticorps qui combattent le virus H1N1.

Een griepprik bevat antistoffen die het H1N1-virus bestrijden.