Examples of using "Disponible" in a sentence and their dutch translations:
Tom is beschikbaar.
Hij is niet beschikbaar.
Hij is nu beschikbaar.
Tom is niet beschikbaar.
Dit huis is beschikbaar.
- Ben je overmorgen vrij?
- Bent u overmorgen vrij?
- Zijn jullie overmorgen vrij?
Tom is vrij.
Netflix is nu beschikbaar in Europa.
Ik ben vrij.
Hij is niet beschikbaar.
De burgemeester is nu niet beschikbaar.
gemakkelijker beschikbaar en goedkoper is.
Het middel is uitsluitend op doktersvoorschrift verkrijgbaar.
Het soort informatie dat ge nodig hebt, is niet altijd beschikbaar.
- Als het COVID-19-vaccin beschikbaar was, zou u het dan willen krijgen?
- Als het COVID-19-vaccin beschikbaar was, zou je het dan willen krijgen?
- Als het COVID-19-vaccin beschikbaar was, zouden jullie het dan willen krijgen?
- Dit huis staat leeg.
- Dit huis is beschikbaar.
Zijn ogen bestaan uit duizenden kleine lensjes... ...en vangen elk beschikbaar lichtstraaltje op.
Dit boek is maar in één winkel te krijgen.
Dit boek is maar in één winkel te krijgen.