Examples of using "Répéter" in a sentence and their dutch translations:
Laat me oefenen!
- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen?
- Kun je dat alsjeblieft nog eens zeggen?
Nog een keer alstublieft.
- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen?
Laat me oefenen.
- Zou je dat kunnen herhalen?
- Zou u dat kunnen herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?
Kun jij dit herhalen?
- Kan je dat herhalen?
- Kun jij dit herhalen?
Kunt u dat herhalen?
Kunnen jullie dat herhalen?
- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?
Kunt u dat herhalen, alstublieft?
- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?
Laat me oefenen.
Kunt u dat herhalen, alstublieft?
Kunt ge dat herhalen?
Maar zoals mijn oma altijd zei:
Kan je herhalen wat je zei?
De professor deed ons het woord herhalen.
Kan je me je naam alsjeblieft nog een keer zeggen?
Deze foto laat zien hoe ik de bewegingen het liefst oefen.
Hoe vaak moet ik nog herhalen dat ze mijn vriendin niet is?
Ik weet dat ik een lastpost ben. Je hoeft het niet te herhalen.
Zelfs al heb ik het hem tweemaal herhaald, heeft Tom het nog steeds niet begrepen.
Waanzin is dezelfde fouten herhalen maar verschillende resultaten verwachten.
Ik herhaalde gewoon zijn mening.