Examples of using "Prouver" in a sentence and their dutch translations:
- Jullie kunnen niets bewijzen.
- Je kunt niets bewijzen.
Ik kan het bewijzen.
Sami moest dat bewijzen.
Sami moest dat bewijzen.
Hij denkt dat hij het kan bewijzen.
Hij denkt dat hij het kan bewijzen.
Jullie kunnen niets bewijzen.
Je kunt niets bewijzen.
- Dat kunt ge niet bewijzen.
- Dat kan je niet bewijzen.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Dat kan je niet bewijzen.
Ik kan het niet bewijzen.
- Kunt u dat bewijzen?
- Kan je het bewijzen?
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Omdat bewijs je dwingt om het te bewijzen.
Maar zelfs bewijs is soms geen bewijs.
Sami moest dat bewijzen.
Kan je bewijzen dat Tom het niet gedaan heeft?
Kun je bewijzen dat wat je hebt gezegd waar is?
- Je denkt dat het axiomatisch is, maar ik denk dat we het moeten bewijzen.
- U denkt dat het axiomatisch is, maar ik denk dat we het moeten bewijzen.
- Jullie denken dat het axiomatisch is, maar ik denk dat we het moeten bewijzen.
na een decennium van actieve dienst met de littekens om het te bewijzen.
Je denkt dat het axiomatisch is, maar ik denk dat we het moeten bewijzen.
In zeer zeldzame gevallen kan iets bewezen of met zekerheid voorspeld worden,
Wanneer je iets probeert te bewijzen, helpt het om te weten dat het waar is.
Kun je bewijzen dat wat je hebt gezegd waar is?
Ik besef dat jij krampachtig gaat zoeken naar argumenten om je gelijk aan te tonen.
Ik moet een beëdigde verklaring verkrijgen bij het consulaat om te bewijzen dat ik in aanmerking kom om te trouwen en dat ik niet tegen mijn wil ga trouwen.