1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Précède

Translation of "Précède" in Dutch

0.017 sec.

Examples of using "Précède" in a sentence and their dutch translations:

Je le précède.

Ik ga hem voor.

L'orgueil précède la chute.

- Hoogmoed komt voor de val.
- Iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende.

- L'orgueil précède la chute.
- Après l'orgueil vient la chute.

Hoogmoed komt voor de val.

Le mois qui précède Noël est une période de l'année très chargée pour les magasins.

De maand voor Kerstmis is een zeer drukke tijd van het jaar voor de winkels.