Examples of using "N’en" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan niet meer!
Nu ben ik er klaar mee!
Ik kan niet meer!
Ik kan niet meer!
Verwacht niet te veel van hem.
Vertel het niet tegen Tom.
Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.
- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.