Examples of using "Manqué" in a sentence and their dutch translations:
Het is gemist.
We hebben je gemist.
- Ik heb je zo gemist!
- Ik heb jullie zo gemist!
- Ik heb je gemist.
- Ik miste je.
Heb ik iets gemist?
We hebben u allemaal gemist.
- Ik heb je zo erg gemist.
- Ik heb je zo gemist!
Ik heb mijn trein gemist.
We hebben je gemist.
Jane is vandaag afwezig op school.
Ik heb het Britse accent heel erg gemist.
Hij miste de les.
Ik heb je gister heel erg gemist.
Heb ik iets gemist?
De pijl miste zijn doel.
Sorry, ik heb de trein gemist.
Ik heb jullie zo gemist!
Ik heb een gouden kans gemist.
- Ik heb de trein gemist op twee minuten na.
- Ik miste de trein op twee minuten.
Je hebt veel gemist.
Misschien heeft hij de trein gemist.
Het spijt mij dat ik de kans gemist heb haar te ontmoeten.
Ik heb je erg gemist terwijl je in Frankrijk was.
- Hij is er nog niet. Hij heeft vast de bus gemist.
- Hij is nog niet aangekomen. Hij heeft vast de bus gemist.
Hij was bijna verdronken.
Je hebt er geen idee van wat je gemist hebt.
- Hebt ge mij gemist?
- Mis je me?
Misschien heeft hij de trein gemist.
Heb ik de splitsing gemist?
- Ik miste de bus.
- Ik heb de bus gemist.
Hij was helemaal niet dankbaar aan zijn oude leraar.
- Ik heb de trein gemist op twee minuten na.
- Ik miste de trein op twee minuten.
Dat meisje lijkt wel een jongen.
Ik denk dat we ergens verkeerd zijn afgeslagen.
Misschien heeft Tom de trein gemist. Hij is er nog niet.
Ik liep zo hard als ik kon, maar toch miste ik de bus.