Examples of using "Huit" in a sentence and their dutch translations:
Acht plus twee is tien.
Ik heb acht broers.
- Vijf plus drie is gelijk aan acht.
- Vijf plus drie is acht.
Vijf plus drie is gelijk aan acht.
- Vijf plus drie is gelijk aan acht.
- Vijf plus drie is acht.
- Vijf plus drie is gelijk aan acht.
- Vijf plus drie is acht.
Acht roepie per dag.
- Hij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
Het is acht uur.
Ik heb acht oesters opgeraapt.
Hij kwam vóór acht uur terug.
Spinnen hebben acht poten.
Hij is acht.
Ik was acht of negen
We kregen acht roepie.
Ik heb acht broers en zussen.
Zijn zoon is acht jaar oud.
Drie plus vijf is acht.
Hij heeft achtenveertig forten gebouwd.
Vijf plus drie is acht.
Vijf plus drie is gelijk aan acht.
Hij kan acht talen spreken.
Ik sta meestal om acht uur op.
Ze is hoogstens achttien.
Ik sta meestal om acht uur op.
De eerste Roemeense operette werd gespeeld in Iași in 1848.
5 is minder dan 8.
Onze school begint om acht uur.
Liz is al acht jaar overleden.
Het is acht uur 's avonds.
Mijn moeder verdeelde de taart in acht stukken.
Hij werkt acht uur per dag.
Ze is acht maanden zwanger.
Acht gedeeld door twee is vier.
Hij kwam vóór acht uur terug.
Ik ren vijf mijl per dag.
Het is al zes uur!
Acht is het dubbele van vier.
Het is half negen.
- Zes keer drie is achttien.
- Zes maal drie is achttien.
- Zes maal drie is gelijk aan achttien.
Tien minus twee is gelijk aan acht.
Het gebeurde tussen acht en tien uur.
- Het is 8:30.
- Het is half negen.
Ik doe dit nu acht jaar.
Ik dronk toen ik achttien was.
Onze school begint om acht uur dertig.
Gisteren heb ik meer dan acht uur gewerkt.
Het gebeurde tussen acht en tien uur.
De klok luidde om acht uur.
De school begint om half negen.
Maria Louisa is moeder van acht kinderen.
Ze is hoogstens achttien.
Ik sta meestal om acht uur op.
De school begint om half negen.
Wacht tot zes uur.
...neemt hij de omgeving op met zijn acht ogen.
- School begint om 8:10.
- De school begint om tien over acht.
Hij verliet het huis om acht uur.
- Het begint niet voor half negen.
- Het zal niet beginnen voor acht uur dertig.
- Tom heeft de trein van acht uur genomen.
- Tom nam de trein van acht uur.