Examples of using "Dollar" in a sentence and their dutch translations:
Elke dollar helpt.
Honderd cent is gelijk aan een dollar.
Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.
Ik heb een dollar op straat gevonden.
De waarde van de dollar begon te verminderen.
Eén euro is één dollar en vijftig cent waard.
- Deze appelsienen kosten een dollar voor tien stuk.
- Deze sinaasapppels kosten een dollar per tiental.
De Europese munten werden zwakker tegenover de dollar.
De yen stijgt en de dollar daalt.