Examples of using "Cents" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb $200 aan belastingen betaald.
Honderd cent is gelijk aan een dollar.
Ik heb $200 aan belastingen betaald.
Deze huizen zijn vijfhonderd jaar oud.
Die puzzel telt vijfhonderd stuks.
Niemand kan tweehonderd jaar leven.
Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.
Dat kost vijfhonderd euro per week.
Eén euro is één dollar en vijftig cent waard.
Voor mij is tweehonderd dollar heel veel.
- De oorlog begon in 1941.
- De oorlog brak in 1941 uit.
Deze rivier is tweehonderd kilometer lang.
Er zijn 200 leerlingen in onze klas.
Een etmaal duurt achtenzestigduizend vierhonderd seconden.
Als ik je driehonderd dollar zou geven, waaraan zou je het besteden?
Ze bouwden hun rijk ongeveer vijfhonderd jaar geleden in Peru.
De Tweede Wereldoorlog eindigde in 1945.
Ik heb Anki een week niet gebruikt en nu lig ik 500 flitskaarten achter.
Een etmaal duurt achtenzestigduizend vierhonderd seconden.
Shakespeare, wiens toneelstukken wereldberoemd zijn, leefde zo'n vierhonderd jaar geleden.
Het eiland, in de vorm van een vierhonderd kilometer lange een vijftig-zestig kilometer brede sigaar, is omgeven door een heel grote lagune en een mooi koraalrif.