Translation of "égal" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "égal" in a sentence and their dutch translations:

- Ça m'est égal.
- Cela m'est égal.

- Het maakt me niet uit.
- Ik vind het niet erg.

Ça m'est égal.

- Dat maakt mij niets uit.
- Dat maakt mij niet uit.

- Ça m'est égal.
- Cela m'est égal.
- Je m'en fiche.

Dat maakt mij niets uit.

Sept moins deux égal cinq.

Zeven min twee is vijf.

3 multiplié par 5 égal 15.

- Drie maal vijf is vijftien.
- 3 vermenigvuldigd met 5 is 15.

- Ça m'est égal.
- Je m'en fous.

- Dat zal me een worst zijn.
- Mij maakt het niet uit.
- Dat maakt mij niets uit.
- Dat kan mij niets schelen.
- Het kan me niet schelen.
- Het maakt me niet uit.
- Het interesseert me niet.

Ça m'est tout à fait égal.

Dat zal me een worst zijn.

- Ça m'est égal.
- Je m'en branle.

Mij om het even.

- Ça m’est égal, ce que disent les gens.
- Ce que disent les gens m'est égal.

- Mij maakt het niet uit wat de mensen zeggen.
- Het interesseert me niet wat de mensen zeggen.

Un plus deux est égal à trois.

Eén plus twee is gelijk aan drie.

Un dollar est égal à cent cents.

Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.

Toute personne, sans aucune forme discriminatoire, a le droit de toucher un salaire égal pour un travail égal.

Iedereen heeft het recht op gelijke verloning, zonder discriminatie.

Trois multiplié par quatre est égal à douze.

Drie keer vier is twaalf.

Qu'il vienne ou pas, pour moi c'est égal.

Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.

Ça m'est égal de me lever à 6 heures.

Ik vind het niet erg om om zes uur op te staan.

Quand le monde semblait plus sûr, plus propre et plus égal.

toen de wereld zoveel veiliger, schoner en gelijker leek.

- Ça m'est tout à fait égal.
- Je m'en soucie comme d'une guigne.

- Het kan me geen barst schelen.
- Dat zal me een worst zijn.
- Het maakt me helemaal niks uit.

- Un plus deux égale trois.
- Un plus deux est égal à trois.

- Eén plus twee is gelijk aan drie.
- Eén en twee is drie.
- Eén plus twee is drie.

- Cela m'est indifférent qu'il vienne ou pas.
- Qu'il vienne ou pas, pour moi c'est égal.

Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.

Le carré de l'hypoténuse est égal à la somme des carrés des deux autres côtés.

Het kwadraat van de hypotenusa is gelijk aan de som van de kwadraten van de twee andere zijden.

- Ça m'est tout à fait égal.
- Ça me fait une belle jambe.
- Ça ne m'intéresse pas du tout.

- Het maakt me helemaal niks uit.
- Het interesseert me helemaal niet.

- Je n'en aurais rien à faire.
- Je m'en ficherais.
- Ça me serait égal.
- Je ne m'en préoccuperais pas.

Ik zou er niet om geven.