Examples of using "Costume" in a sentence and their dutch translations:
Mooi kostuum.
- Mooi pak.
- Mooi kostuum.
Het pak is reflecterend
Mijn pak is grijs.
Tom droeg een duur pak.
Ik heb geen pak.
Tom droeg een duur pak.
Waar kan ik een kostuum huren?
Het pak is op maat gemaakt.
- Tom draagt een piratenpak.
- Tom draagt een piratenkostuum.
Maria droeg een piratenkostuum.
Tom droeg een piratenkostuum.
Je stropdas past bij je pak.
Dit pak is te strak voor me.
Waar heb je je nieuwe kostuum laten maken?
Die schoenen passen niet met het pak.
De das past niet bij mijn pak.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Ik had me een kostuum laten maken.
Hij draagt een deftig pak.
In 1912 stierf de Oostenrijkse kleermaker Franz Reichelt toen hij vanaf de eerste verdieping van de Eiffeltoren sprong om zijn nieuwe uitvinding te testen, de parachutemantel, die niet werkte...
"Maar het is waar!" drong Dima aan. "Ze laten me het pak niet kopen, tenzij ik ze nog 99 kopeke geef! Kun je me niet wat geld overmaken?"