Translation of "Casque" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Casque" in a sentence and their dutch translations:

On met le casque,

Helm op.

Tu as mon casque.

Je hebt mijn helm.

On met son casque !

Helm op!

Ton casque est fissuré.

Je helm is gebarsten.

Mettez un casque antibruit !

Zet een geluiddempende helm op!

Il me faut un casque.

Ik heb een helm nodig.

- Tu ferais mieux de mettre ton casque intégral.
- Vous feriez mieux de mettre votre casque intégral.

Je had beter je valhelm op kunnen doen.

On l'attache au rocher, on met le casque,

Om dit blok. Helm op.

J'enlève le casque. Je vais continuer. Par ici.

Helm af. Ik ga lopen. Deze kant op.

On met le casque, on jette la corde,

Helm op. Touw naar beneden.

- J'en ai assez.
- J'en ai plein mon casque.

Ik heb er genoeg van.

Il est dangereux de rouler sans casque à moto.

Het is gevaarlijk om zonder helm op een motor te rijden.

On va mettre un casque et j'utiliserai un bâton lumineux.

Laten we onze helm opzetten... ...en dan kan ik een van deze gloeistaven gebruiken.

On doit mettre un casque pour se protéger la tête.

Men moet een helm opzetten om het hoofd te beschermen.

- Ces écouteurs ne fonctionnent pas.
- Ce casque ne fonctionne pas.

Deze koptelefoons werken niet.

Je porte toujours un casque quand je conduis mon vélo.

- Ik draag altijd een helm wanneer ik fiets.
- Ik heb altijd een helm op wanneer ik fiets.
- Wanneer ik fiets draag ik altijd een helm.
- Wanneer ik fiets heb ik altijd een helm op.

On se prépare, on met un casque et on y va.

Laten we dit klaarmaken. Helm op en gaan.

Mettez un casque anti-bruit lorsque vous travaillez avec un marteau-piqueur.

Draag gehoorbescherming als u met een sloophamer werkt.