Examples of using "Célibataire" in a sentence and their dutch translations:
Ben je single?
- Ik ben vrijgezel.
- Ik ben single.
- Tom is alleenstaand.
- Tom is vrijgezel.
- Tom is single.
Tom was ongetrouwd.
Is zij vrijgezel?
- Ik ben altijd nog alleen.
- Ik ben nog steeds single.
- Ik ben nog steeds vrijgezel.
Hij is jong en vrijgezel.
Je bent nog steeds vrijgezel, niet waar?
Hij is ongehuwd.
Ze is 35, alleenstaand, hetero.
Ze bleef heel haar leven vrijgezel.
Ze bleef heel haar leven vrijgezel.
Ik kan maar niet geloven dat Tom nog vrijgezel is.
Ik kan maar niet geloven dat Tom nog vrijgezel is.
Tom is rijk, single, een beetje oud, maar niet al te lelijk.
Ben je single?
- Ik ben ongehuwd.
- Ik ben vrijgezel.
- Ik ben single.
Voor zover ik weet, is zij nog niet getrouwd.
- Voor zover ik weet is zij nog altijd niet gehuwd.
- Voor zover ik weet, is zij nog niet getrouwd.