Translation of "Avocat" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Avocat" in a sentence and their dutch translations:

Êtes-vous avocat ?

- Ben je advocaat?
- Bent u advocaat?

Il est avocat.

Hij is advocaat.

Je suis avocat.

Ik ben advocaat.

- Laissez-moi appeler mon avocat !
- Laisse-moi appeler mon avocat !

Laat mij mijn advocaat opbellen.

J'ai un cousin avocat.

Ik heb een neef die advocaat is.

Tom veut être avocat.

Tom wil advocaat worden.

J'ai besoin d'un avocat.

- Ik heb een advocaat nodig.
- Ik wil een advocaat.

Je veux un avocat.

Ik wil een advocaat.

Tom est mon avocat.

Tom is mijn advocaat.

J'ai appelé mon avocat.

Ik belde mijn advocaat.

Je suis votre avocat.

Ik ben je advocaat.

- Comment s'appelle votre avocat ?
- Quel est le nom de votre avocat ?

- Wat is de naam van je advocaat?
- Wat is de naam van uw advocaat?

- Quel est le nom de ton avocat ?
- Comment s'appelle ton avocat ?

Wat is de naam van je advocaat?

- Pourquoi ne consultes-tu pas un avocat ?
- Pourquoi ne pas consulter un avocat ?
- Pourquoi ne consultez-vous pas un avocat ?

- Waarom raadpleeg je geen advocaat?
- Waarom raadpleegt u geen advocaat?
- Waarom raadplegen jullie geen advocaat?

Je doute qu'il soit avocat.

Ik betwijfel dat hij advocaat is.

Il a besoin d'un avocat.

Hij heeft een advocaat nodig.

Elle a besoin d'un avocat.

Ze heeft een advocaat nodig.

Tom voulait devenir un avocat.

Tom wou advocaat worden.

Laisse-moi appeler mon avocat !

Laat mij mijn advocaat opbellen.

Son père semble être avocat.

- Zijn vader schijnt advokaat te zijn.
- Het schijnt dat zijn vader advocaat is.

- On dirait que son père est un avocat.
- Son père semble être avocat.

Zijn vader schijnt advokaat te zijn.

J'ai le droit d'appeler mon avocat.

Ik heb het recht mijn advokaat op te bellen.

Vais-je avoir besoin d'un avocat ?

Zal ik een advocaat nodig hebben?

Je dois prendre un autre avocat.

Ik moet een andere advocaat nemen.

- Je suis avocat.
- Je suis avocate.

Ik ben advocaat.

Jim n'est pas avocat mais médecin.

Jim is geen advokaat, maar dokter.

Je vous suggère d'engager un avocat.

Ik stel je voor een advocaat te nemen.

Tom est un avocat qui a réussi.

Tom is een succesvol advocaat.

Il me faut trouver un autre avocat.

Ik moet een andere advocaat nemen.

Nous allons te chercher un autre avocat.

We zullen je een andere advocaat zoeken.

Je peux vous indiquer un bon avocat.

Ik kan een goede advocaat aanbevelen.

Il faut que je me trouve un avocat.

Ik moet een advocaat nemen.

- J'ai le sentiment que vous serez un très bon avocat.
- J'ai le sentiment que vous ferez un très bon avocat.

- Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn.

Mon cousin, qui est avocat, est en France actuellement.

Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.

Je souhaite parler tout de suite avec mon avocat.

Ik wil onmiddellijk met mijn advocaat spreken.

- J'ai besoin d'une bonne avocate.
- Il me faut un bon avocat.

Ik heb een goede advocaat nodig.

Tom a suivi les traces de son père et est devenu avocat.

Tom trad in de voetsporen van zijn vader en werd advocaat.