Translation of "Accepter" in Dutch

0.017 sec.

Examples of using "Accepter" in a sentence and their dutch translations:

Tu dois accepter !

Je moet het aannemen!

Veuillez accepter mes excuses.

- Gelieve mijn verontschuldigingen te aanvaarden.
- Mijn oprechte excuses.

Je veux accepter l'Islam.

Ik wil de islam accepteren.

- Vous auriez dû accepter son conseil.
- Tu aurais dû accepter son conseil.
- Vous aurez dû accepter son conseil.

Je had zijn advies moeten aannemen.

- Tu aurais dû accepter son conseil.
- Vous aurez dû accepter son conseil.

Je had zijn advies moeten aannemen.

Tu dois accepter ton rôle.

Je moet je rol accepteren.

J'ai dû accepter ma nouvelle réalité.

moest ik de nieuwe realiteit accepteren.

Tom ne peut accepter la vérité.

Tom kan de waarheid niet accepteren.

Tu aurais dû accepter son conseil.

Je had zijn advies moeten aannemen.

Je ne peux pas accepter ça.

Dat kan ik niet accepteren.

Je suis enclin à accepter cette proposition.

Ik heb de neiging om dit voorstel te accepteren.

Je ne peux pas accepter ce cadeau.

Ik kan dit geschenk niet aanvaarden.

Je ne peux pas accepter cette théorie.

Ik kan deze theorie niet aanvaarden.

Arrive le moment où il faut accepter d'abandonner son idée

Er komt een moment dat je je idee moet loslaten

Les parents doivent accepter les conditions qui changent sans prévenir.

Ouders stemmen toe met voorwaarden die kunnen wijzigen zonder kennisgeving.

Quand on demande de l'argent, il faut accepter certaines conditions.

Wanneer men om geld vraagt, moet men bepaalde voorwaarden accepteren.

Dès que j'ai appris à accepter mon corps et ses limites,

toen ik eenmaal leerde om mijn lichaam en de beperkingen ervan te accepteren,

Et accepter que les fermes commerciales et l'introduction de celles-ci

en aanvaarden dat commerciële boerderijen en de invoering ervan

Tom apprit à accepter l'amour que ses beaux-parents lui offraient.

Tom leerde de liefde die zijn stiefouders hem schonken te aanvaarden.

Si tu sais accepter la réponse, tu peux demander n'importe quoi.

Als je het antwoord kunt accepteren, kun je alles vragen.

- Je dois accepter que je ronfle.
- Je dois admettre que je ronfle.

Ik moet aanvaarden dat ik snurk.

Tom n'était pas prêt à accepter l'amour de Marie, ni son amitié.

Tom was er niet klaar voor om Mary's liefde of vriendschap te aanvaarden.

Et le Jomsviking dit très correctement «ne peut pas accepter cela à moins que vous ne laissiez tous les autres

En de Jomsviking zegt heel terecht 'kan dat niet accepteren tenzij je alle anderen