Examples of using "Yelling" in a sentence and their dutch translations:
- Stop met roepen!
- Hou op met schreeuwen!
Stop met schreeuwen.
Hou op met schreeuwen!
Wie schreeuwt er?
Layla schreeuwde.
Stop met roepen!
Waarom schreeuw je?
- Je hoeft echt niet te schreeuwen.
- Schreeuwen is echt niet nodig.
- Tom zei dat hij iemand hoorde schreeuwen.
- Tom zei dat hij iemand had horen schreeuwen.
Tom schreeuwt.
Hou op met schreeuwen, ik smeek het je.
Tom schreeuwt.
Stop met schreeuwen in mijn oor.
- Layla schreeuwde.
- Layla gilde.
Mary hoorde Tom haar naam roepen.
Tom zei dat hij iemand hoorde schreeuwen.
Tom was aan het huilen.
Hij schreeuwde.
en de andere helft schreeuwt naar haar omdat ze iets kwetsends heeft gezegd.
Tom schreeuwde.