Examples of using "Surname" in a sentence and their dutch translations:
Mijn achternaam is Wang.
Wat is uw achternaam?
Hoe spel je je achternaam?
De Franse achternaam Malin werd tot Maling verengelst.
Geef me nu je naam en achternaam.
Wat is uw achternaam?
Ja, zijn familienaam is ook Tom. Zijn volledige naam is Tom Tom.
Wat is jouw familienaam?
Hoe spel je je achternaam?
Hoe spel je je achternaam?