Examples of using "Occurred" in a sentence and their dutch translations:
Het ongeluk vond op vrijdag plaats.
Het kwam spontaan in me op.
Een idee kwam bij me op.
Het is nooit bij me opgekomen.
Er is een interne fout opgetreden.
"Dit gesprek heeft nooit plaatsgevonden." - "Welk gesprek?"
Er kwam een gedachte bij me op:
"Dit gesprek heeft nooit plaatsgevonden." - "Welk gesprek?"
Het ongeluk gebeurde op een afgelegen plek.
Plotseling kreeg ik een goed idee.
"Dit gesprek heeft nooit plaatsgevonden." - "Welk gesprek?"
De virale uitbraak deed zich voor in de noordelijke sector.
Toen de grote aardbeving gebeurde, was ik pas tien jaar.
Een idee kwam bij me op.
Het werd me duidelijk dat hij het met opzet deed.
Ik besefte dat hij de waarheid misschien niet vertelt.
Het is nooit in me opgekomen dat iemand zoiets zou verzinnen.
Hij had drie jaar in de fabriek gewerkt toen het ongeluk voorkwam.