Translation of "Later" in Dutch

- Maybe later.
- Perhaps later.

Misschien later.

- See you later!
- See you later.

Tot weerziens!

Maybe later.

Misschien later.

- We'll decide later.
- We will decide later.

Wij zullen later besluiten.

- I'll see you later.
- See you later!

Tot weerziens!

- Talk to you later.
- See you later!
- I'll catch you later.
- So long.

- Tot later!
- Tot straks!

- I'll call you up later.
- I'll call you later.
- I'll phone you later.

Ik bel je later.

- I'll call you later.
- I'll phone you later.

- Ik bel je later terug.
- Ik bel je later.

- Talk to you later.
- See you later!
- Catch you later.
- See you!
- So long.

Tot weerziens!

Remind me later.

Herinner me er later aan.

We'll talk later.

- Ik spreek je later nog.
- We spreken later verder.

Ask again later.

Vraag het later nog eens.

I'll pay later.

Ik zal later betalen.

Call me later.

Bel me later op!

Do it later!

Doe het later!

Call back later.

Bel later terug.

- I'll call you back later.
- I'll call you later.

Ik bel je later terug.

- I'll call you up later.
- I will telephone you later on.
- I'll phone you later.

Ik bel je later terug.

- I'll call you back later.
- I'll call you later.
- I will telephone you later on.
- I'll phone you later.
- I'll call back soon.
- I'll call back later.

- Ik bel je later terug.
- Ik bel je later.

- We shall die sooner or later.
- We will die sooner or later.
- We'll die sooner or later.

Vroeg of laat gaan we dood.

Please contact me later.

Contacteer me later alsjeblieft.

Let's check it later.

Laten we daar later naar kijken.

He will come later.

Hij komt daarna.

Can we talk later?

Kunnen we later praten?

Can't you vacuum later?

- Kun je later niet stofzuigen?
- Kunt u later niet stofzuigen?
- Kunnen jullie later niet stofzuigen?

I'll call again later.

Ik bel je later wel weer op.

I'll join you later.

- Ik zal me later bij jullie aansluiten.
- Ik ontmoet je later.

I'll see you later.

- Tot later.
- Ik zie je later.

Talk to you later.

Ik spreek je later.

Smile now, cry later!

Lach nu, huil later!

May I call later?

Kan ik later terugbellen?

I'll do that later.

Dat doe ik later.

We will decide later.

Wij zullen later besluiten.

I'll need that later.

Dat zal ik later nodig hebben.

Will you come later?

Kom je later?

See you guys later.

- Tot later, jongens!
- Tot straks, jongens!
- Tot straks, allemaal!

- We will die sooner or later.
- We'll die sooner or later.

Vroeg of laat gaan we dood.

- I'll do that later.
- I'm going to be doing that later.

Dat doe ik later.

- He came home three hours later.
- He returned home three hours later.

- Hij kwam drie uur later thuis.
- Drie uur later kwam hij terug thuis.

- Down fell the house a week later.
- The house collapsed a week later.
- The house fell down a week later.
- The house fell down one week later.

Een week later stortte het huis in.

- Tom said that he'd call you later.
- Tom said he'd call you later.
- Tom said he would call you later.

Tom zei dat hij je later belt.

Ten years later, in 2014,

Tien jaar later, in 2014,

A French officer later recalled:

Een Franse officier herinnerde zich later:

Won't it keep until later?

Kan dat niet wachten?

We'll talk about it later.

- We zullen er later over praten.
- We zullen er later over spreken.

I'll call you later today.

Ik bel je later vandaag.

I'll do it later on.

Ik doe het later.

Let's discuss that problem later.

Laten we dat probleem later bespreken.

I'll call you back later.

Ik bel je later terug.

I'll return to this later.

Straks meer hierover.

What're you guys doing later?

Wat doen jullie straks?

I arrived later than usual.

- Ik ben later dan gewoonlijk gearriveerd.
- Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.

And later, "Gutties," made with ...

En later, "Gutties", gemaakt met ...

I'll see you guys later.

- Tot spoedig!
- Tot weldra!

I'll see you later, OK?

- Ik zie u later, oké?
- Ik zie jullie later, oké?
- Ik zie je later, oké?

We should discuss this later.

We zouden dit later moeten bespreken.

I have tennis practice later.

Ik heb straks tennisles.

I will decide that later.

Dat beslis ik later.

Could we do this later?

Kunnen we dit later doen?

Could you call me later?

Kun je me later bellen?

He died two hours later.

Hij stierf twee uur later.

Let's make a snowman later.

Laten we later een sneeuwpop maken.

Tom wanted to pay later.

Tom wilde later betalen.

I'll do that later today.

- Ik doe het later op de dag.
- Ik zal het later vandaag doen.

Tom will come back later.

Tom komt later terug.

Tom will be coming later.

- Tom komt later.
- Tom zal later komen.