Examples of using "Hugged" in a sentence and their dutch translations:
Ze knuffelden.
- Ze knuffelden Mary.
- Ze omhelsden Mary.
Ze omhelsden Tom.
Ik omhelsde haar.
- Hij knuffelde haar.
- Hij omhelsde haar.
Ze omhelsden hem.
- Ze omhelsde hem.
- Ze knuffelde hem.
Tom omhelsde Maria.
We hebben geknuffeld.
Toms moeder gaf hem een knuffel.
- Wie heeft Tom nog meer omhelsd?
- Wie heeft Tom nog meer geknuffeld?
Het meisje knuffelde haar pop.
Tom wilde geknuffeld worden.
Tom knuffelde zijn teddybeer.
Maria knuffelde haar teddybeer.
Hij knuffelde zijn teddybeer.
Ze knuffelde haar teddybeer.
Ze knuffelden hun teddyberen.
Tom en Mary omhelsden elkaar.
Tom en Mary omhelsden elkaar.
Heb je ooit een wildvreemde een knuffel gegeven?
Tom gaf Maria een knuffel en kuste haar.
- Ze koesterde de baby aan haar borst.
- Ze knuffelde de baby tegen haar borst.
Het kleine meisje knuffelde haar teddybeertje.
Tom omhelsde zijn vader.
Tom en ik hebben geknuffeld.
Ik kan Tom geen knuffel geven als hij geen knuffel wil.
Maria gooide haar armen om de nek van haar broer en omhelsde hem.
Tom gooide zijn armen om de nek van zijn broer en omhelsde hem.