Examples of using "Fires" in a sentence and their dutch translations:
- Het vuurt.
- Het brandt.
Hij schiet.
Gisterenavond waren er vijf branden.
Er braken verwoestende branden uit in Siberiƫ.
Jullie hebben gezien hoe verzengende hitte, droogte en vuur
Er zijn een groot aantal bosbranden in de Verenigde Staten.
Vandaag de dag worden branden minder gevreesd dan voorheen, want steeds meer huizen zijn gemaakt van beton en betonnen huizen branden niet zo eenvoudig als de oude huizen van hout.