Translation of "Famous" in Dutch

- Tom's famous.
- Tom is famous.

Tom is beroemd.

He became famous.

Hij werd beroemd.

I'm less famous.

Ik ben minder beroemd.

Are you famous?

- Ben je beroemd?
- Zijn jullie beroemd?

- My sister is famous.
- My younger sister is famous.

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.
- Mijn jongere zus is beroemd.
- Mijn zusje is beroemd.

- He became famous all over the world.
- He became world famous.
- He became famous throughout the world.

Hij werd wereldberoemd.

On the famous Viking.

een vreselijke dood toe te brengen .

My sister is famous.

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.

Tom is very famous.

Tom is heel beroemd.

This house is famous.

Dit huis is beroemd.

Tom became world famous.

Tom werd wereldberoemd.

You will be famous.

- Je zal beroemd zijn.
- Jullie zullen beroemd zijn.

He became world famous.

Hij werd wereldberoemd.

Tom quickly became famous.

Tom is snel beroemd geworden.

- Ireland is famous for lace.
- Ireland is famous for its lace.

Ierland staat bekend om zijn kant.

- It may be that he will never be famous.
- Perhaps he will never be famous.
- Perhaps he'll never become famous.
- Perhaps will he never become famous.

Misschien zal hij wel nooit beroemd worden.

famous death songs, with famous last stands, all that kind of thing.

beroemde death songs, met beroemde laatste stands, al dat soort dingen.

Picasso is a famous artist.

Picasso is een beroemd kunstenaar.

She's neither rich nor famous.

Ze is noch rijk, noch beroemd.

Perhaps he'll never become famous.

Misschien zal hij wel nooit beroemd worden.

He's a famous Japanese popstar.

Hij is een bekende Japanse popster.

His pictures are very famous.

Zijn foto's zijn erg bekend.

Idaho is famous for potatoes.

Idaho is beroemd voor aardappelen.

I am a famous actor.

Ik ben een beroemde acteur.

Mary wants to become famous.

Maria wil beroemd worden.

We want to become famous.

Wij willen beroemd worden.

Tom became a famous actor.

Tom is een beroemd acteur geworden.

Tom wants to be famous.

Tom wil beroemd zijn.

My younger sister is famous.

- Mijn jongere zus is beroemd.
- Mijn zusje is beroemd.

I want to be famous.

Ik wil beroemd worden.

He is a famous painter.

Hij is een beroemd schilder.

- I hear she's a famous actress.
- I hear that she's a famous actress.
- I hear that she is a famous actress.

Ik heb gehoord dat ze een beroemde actrice is.

Kobe is famous for its port.

Kobe is beroemd om zijn haven.

A famous architect built this house.

Een beroemd architect heeft dat huis gebouwd.

He became more and more famous.

Hij werd steeds beroemder.

He is famous as a pianist.

Hij is beroemd als pianist.

Mary is a famous pop star.

Mary is een beroemde popster.

The sayings of Confucius are famous.

De uitspraken van Confucius zijn beroemd.

He looked at historically famous locations.

- Wij bekeken bereomde historische plekken.
- Hij keek naar historisch beroemde locaties.

The doctor she visited is famous.

De dokter die ze geraadpleegd heeft, is beroemd.

I don't want to be famous.

Ik wil niet beroemd zijn.

Tom is a world-famous conductor.

Tom is een wereldberoemde dirigent.

Caravaggio is a very famous painter.

Caravaggio is een erg beroemde schilder.

Would you like to be famous?

Zou je graag beroemd willen zijn?

She's going to be famous someday.

Op een dag is ze beroemd.

Ireland is famous for its lace.

Ierland staat bekend om zijn kant.

Amsterdam is famous for its canals.

Amsterdam is beroemd om zijn grachten.

I hear she's a famous actress.

Ik heb gehoord dat ze een beroemde actrice is.

Finland is famous for its saunas.

Finland staat bekend om zijn sauna's.