Examples of using "Destination" in a sentence and their dutch translations:
Wat is onze bestemming?
Wat is je eindbestemming?
Ik nader mijn bestemming.
Ze hebben hun doel bereikt.
Wat is je eindbestemming?
Wij kennen de bestemming nooit.
Ze zijn net aangekomen op hun bestemming.
- Ze hebben hun doel bereikt.
- U hebt uw doel bereikt.
De reis is belangrijker dan de bestemming.
De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.
Amsterdam is een populaire bestemming voor toeristen.
Het leven is een reis, geen bestemming.
De reis is belangrijker dan de bestemming.
De reis is belangrijker dan de bestemming.
Dat is een romantische bestemming voor stellen.
Maar Uruguay gaat geen toeristenbestemming...
Wanneer je naar het buitenland gaat, is het nuttig om ten minste een paar beleefdheidsformules te leren in de plaatselijke taal.
- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u naartoe?
- Waar gaat u heen?
- Waar gaan jullie heen?