Translation of "Arrived" in Dutch

- It arrived.
- He has arrived.
- He arrived.
- He's arrived.

Hij is aangekomen.

- Tom's arrived.
- Tom has arrived.
- Tom arrived.

- Tom is er.
- Tom is aangekomen.

- We've arrived.
- We have arrived.

We zijn aangekomen.

- Tom has arrived.
- Tom arrived.

Tom is aangekomen.

- Tom's arrived.
- Tom is here.
- Tom has arrived.
- Tom arrived.

- Tom is er.
- Tom is aangekomen.

- It finally arrived!
- She finally arrived!

Ze is eindelijk aangekomen!

- Has it arrived?
- Has he arrived?

Is hij gearriveerd?

- He finally arrived.
- He finally arrived!

Hij is uiteindelijk aangekomen.

- I just arrived.
- I've just arrived.

Ik ben net aangekomen.

I arrived.

Ik ben aangekomen.

She arrived.

Ze is aangekomen.

Food arrived.

Het eten is aangekomen.

Sami arrived.

Sami is aangekomen.

It arrived.

Het is aangekomen.

We've arrived.

We zijn aangekomen.

Tom arrived.

- Tom is er.
- Tom is aangekomen.

He's arrived.

Hij is aangekomen.

Everyone arrived.

Iedereen is aangekomen.

Paramedics arrived.

- Paramedici zijn aangekomen.
- Hulpverleners zijn aangekomen.

Yanni arrived.

Yanni is aangekomen.

- Tom has just arrived.
- Tom just arrived.

Tom is net aangekomen.

- Your hour has arrived!
- Your moment has arrived!
- Your time has arrived!

Je tijd is gekomen.

- Has he arrived yet?
- Has he arrived already?

Is hij al aangekomen?

- Tom hasn't arrived yet.
- Tom still hasn't arrived.

Tom is nog niet aangekomen.

We arrived first.

We kwamen als eersten aan.

Tom arrived last.

Tom is als laatste aangekomen.

Samantha has arrived.

- Samantha is hier.
- Samantha is er.

I arrived yesterday.

- Ik ben gisteren aangekomen.
- Ik kwam gisteren aan.

He arrived safely.

Hij kwam veilig aan.

Those girls arrived.

Die meiden zijn aangekomen.

I just arrived.

Ik ben net aangekomen.

Tom arrived late.

Tom kwam laat aan.

Tom arrived yesterday.

Tom is gisteren aangekomen.

Tom finally arrived.

Tom is eindelijk aangekomen.

Tom never arrived.

Tom is nooit aangekomen.

Has it arrived?

Is het aangekomen?

I arrived last.

- Ik ben als laatste aangekomen.
- Ik kwam als laatste aan.

Has he arrived?

Is hij gearriveerd?

Mary has arrived.

Maria is aangekomen.

It finally arrived!

Hij is er eindelijk!

He arrived first.

- Hij kwam het eerste aan.
- Hij kwam als eerste aan.
- Hij is als eerste aangekomen.

- He arrived here just now.
- He has just arrived here.

Hij is hier zojuist gearriveerd.

- The train arrived on time.
- Our train arrived on time.

De trein kwam stipt op tijd.

Betty arrived the latest.

Betty kwam als laatste.

They have just arrived.

Ze zijn zojuist aangekomen.

He hasn't arrived yet.

Hij is nog niet gearriveerd.

I arrived too early.

Ik arriveerde te vroeg.

I arrived in London.

Ik kwam aan in Londen.

I arrived too late.

Ik arriveerde te laat.

He had just arrived.

Hij was zojuist gearriveerd.

- It's spring.
- Spring arrived.

- Het is lente.
- Het is voorjaar.

The train has arrived.

De trein is gearriveerd.

Have they arrived yet?

Zijn ze al gearriveerd?

I arrived here yesterday.

Ik kwam hier gisteren aan.

He arrived in time.

Hij kwam op tijd aan.

Tom arrived very late.

Tom kwam heel laat aan.

Everybody but John arrived.

Iedereen is aangekomen, behalve John.

Has he arrived yet?

Is hij al aangekomen?

Hasn't Tom arrived yet?

Is Tom er nog steeds niet?

Tom arrived by car.

Tom kwam in een auto aan.

Tom has just arrived.

Tom is net aangekomen.

Hasn't he arrived yet?

Is hij nog niet aangekomen?

Has he arrived already?

Is hij al aangekomen?

Tom arrived on foot.

Tom is te voet aangekomen.

Has Tom arrived yet?

Is Tom al gearriveerd?

Your time has arrived!

Je tijd is gekomen.

Your moment has arrived!

Dit is jouw moment.