Examples of using "Colours" in a sentence and their dutch translations:
De vlag heeft zeven kleuren.
Tom heeft de kleuren gekozen.
Misschien helpt het als u de kleuren omkeert.
Heb je dit ook in andere kleuren?
Tom slaagde met vlag en wimpel.
- Welke kleuren hou je van?
- Van welke kleuren hou je?
Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
Over smaak valt niet te twisten.
Over smaak valt niet te twisten.
Het licht van herfstmiddagen kleurt het landschap in gele, oranje, rode, gouden en bruine tinten.
- Over smaak valt niet te twisten.
- Smaken verschillen.
- Het is een kwestie van smaak.