Translation of "Blessed" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Blessed" in a sentence and their dutch translations:

I feel blessed.

Ik voel me gezegend.

- I am blessed with good health.
- I'm blessed with good health.

Ik ben gezegend met een goede gezondheid.

Blessed are the poor in spirit.

Zalig zijn de armen van geest.

I am blessed with good health.

Ik ben gezegend met een goede gezondheid.

Have a blessed Isra and Mi'raj.

- Heb een gezegende Nachtreis.
- Heb een gezegende Isra en Mi'raj .

So I've been really blessed as an actor.

Ik heb geluk dat ik een acteur ben.

Blessed is the one, who thinks they are right.

Gezegend is degene die daar goed over nadenkt.

On the surface we are blessed with infinite beauty

Aan de oppervlakte zijn we gezegend met eindeloze schoonheid