Examples of using "Spirit" in a sentence and their dutch translations:
tijdgeest.
Twee zielen, één gedachte.
Hij heeft een gebrek aan pit.
Ik bewonder je vechtlust.
Zalig zijn de armen van geest.
Ze mogen dan arm zijn, maar zijn rijk van geest.
omdat het onverenigbaar was met de egalitaire tijdgeest.
Hij is wel oud, maar zijn geest is jong.
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.
een blijk van de enorme vasthoudendheid van de menselijke geest
De mijnwerker vroeg de geest uit de lamp om een gelukkig leven.
Een tevreden geest is meer waard dan grote winst.
Tom denkt dat zijn computer bezeten is door een boze geest.
Ik geloof in geestelijke kracht en zal je nooit verlaten.
Verdriet is een geschenk uit de hemel, pessimisme is een ziekte van de geest.
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.
De manager onslaat nu bijna elke maand iemand en ik weet niet hoe we burgers nog sneller of beter kunnen omdraaien, of met meer teamgeest of wat hij dan ook wil.