Examples of using "Bedtime" in a sentence and their dutch translations:
- Het is bedtijd.
- Het is tijd om naar bed te gaan.
- Vertel me een bedverhaaltje.
- Vertel me een verhaaltje voor het slapengaan.
Zou jij Tom een verhaaltje voor het slapengaan willen voorlezen?
Tijd voor een heet bad, en dan is het bedtijd.
Het is bedtijd.
Het is bedtijd.
Het is bedtijd.
Een warm bad en dan naar bed.
- Het is bedtijd.
- Het is tijd om naar bed te gaan.
Het is bedtijd.
Het is bedtijd.