Examples of using "Barn" in a sentence and their dutch translations:
De schuur was leeg.
- Tom heeft een oude schuur gerestaureerd.
- Tom restaureerde een oude schuur.
Hooi wordt opgeslagen in de schuur.
De schuur is vol met hooi.
De schuur werd getroffen door bliksem.
Haal die rots weg van de schuur.
Valt in de stal de verwarming uit, dan komt de melk in blokjes eruit.
Valt in de stal de verwarming uit, dan komt de melk in blokjes eruit.
Het is te laat om de schuurdeur te sluiten als het paard er al vandoor is.
Je kon hem iedere ochtend om zes uur in de stal vinden, waar hij de koeien aan het melken was.
Valt in de stal de verwarming uit, dan komt de melk in blokjes eruit.